donderdag 16 september 2010

Dunglish

Een ruimte binnenlopen waar je niemand kent. Eng, maar verrassend en daarom bijna altijd de moeite waard. Dinsdag schoof ik aan bij een symposium over Brain and Cognition, georganiseerd door de UvA. Ik ben geen psycholoog en zal daarom niks scherps opmerken over de inhoud van het symposium. Wat ik wil delen is dat de sprekers hilarisch, en tegelijkertijd schrikbarend, goed Dunglish bleken te spreken.

Dunglish is, voor wie het niet weet, een Nederlandse manier van Engels spreken. Een neerlandicus zou het steenkolenengels kunnen noemen, Maarten Rijkens schreef er het koffietafelboekje I always get my sin over (dat ik toch echt eens moet gaan lezen) en op Dunglish.nl staan allerlei filmpjes die een goed beeld geven van hoe Dunglish klinkt.
Twee uitspraken van een breinexpert, die op het symposium in uitstekend Dunglish uitlegt hoe cognitieve beeldvorming ontstaat:

What you do is the follow.’
Gevolgd door psychologisch verantwoorde uitleg, bladibla, en de conclusie:
Whether it’s a mill or a auto’
Cognitieve beeldvorming blijkt niet af te hangen van het soort beeld. En thank goedness ook niet van de manier waarop het wordt uitgesproken.

donderdag 9 september 2010

Bekerrapertjes

Een kleine tien jaar geleden gooide ik tijdens de Uitmarkt een plastic bekertje op de grond. Nog voor het bekertje goed en wel de grond raakte werd ie al geraapt door de man naast me. Een milieuactivist? Welnee, gewoon geldbelust: voor het bekertje had ik – zonder dat ik het wist – een euro statiegeld betaald.

Zo makkelijk is geld niet meer verdiend. De meeste festivals geven bezoekers een muntje (meestal zo’n €2,50 waard) als ze tien à twintig bekers inleveren. Het Vlielandse Into The Great Wide Open wilde onlangs veertig bekers zien voor ze een muntje gaven. ‘Wat veel’, dacht ik toen ik dat las, maar als snel wenste ik dat er honderd bekers voor een muntje nodig waren. De bekerrapertjes bleken een plaag.

Daderprofiel
Een bekerrapertje j/m ziet er meestal verdacht schattig uit. Leeftijd: 3-12. Haarkleur: overwegend blond. Overige kenmerken: assertief, doortastend, niet-op-het-mondje-gevallen, kortom: hondsbrutaal.

Hoe gaan ze te werk? Zoals er meer wegen naar Rome leiden verschilt ook de weg naar een muntje. ‘Mag ik jouw beker?’ is een veelgehoorde vraag, die logisch is, behalve als de beker nog vol zit. Een lege beker oprapen en meenemen is ok, tenzij de beker als afvalbak diende en het afval door het bekerrapertje op de grond wordt gegooid. Ook opmerkelijk: bekerrapertjes die voor je neus blijven wachten tot het biertje op is. De krantenkop: ‘Bekerrapertje brengt nacht door in cel wegens diefstal van bekervoorraad’ had me niet verbaasd.

‘Laat je drankje nooit onbewaakt achter’, waarschuwden mijn ouders vroeger. Nu pas begrijp ik waarom: een bekerrapertje is er zo mee vandoor. Op Into The Great Wide Open bewaakte ik een biertje met mijn leven. En als het op was? Dan joeg ik de plaag mijn buurt uit door het bekertje zo ver mogelijk weg te gooien. Liefst richting derde wereld, waar het rapen van plasticafval voor sommige kinderen van levensbelang is.