donderdag 28 april 2011

Feestfietsen

Mijn geklaag over fietspech heeft geholpen: ik mag een fiets lenen van een vriend van me. Ik heb ‘m gewaarschuwd dat fietsen en ik niet altijd goed samengaan, maar dat risico wilde hij graag nemen. FANTASTISCH, veel dank daarvoor!

Na een testrondje besluit ik het maar meteen groots aan te pakken. Ik fiets de lift in aan de Rechteroever. Die voert naar beneden zodat je onder de Schelde door naar de Linkeroever kunt fietsen. Een ongelofelijk spannende tocht voor een angsthaas als ik, maar ik kan het iedereen aanraden.

Het smaakt zelfs naar meer. Veel meer! En dus hap ik toe als vrienden me uitnodigen om een ritje te maken op een Bierfiets. Voor wie het concept niet kent: een bierfiets is een fiets formaat huifkar, je kunt er met z’n twintigen op fietsen en ondertussen drink je bier. We verzamelen op het Steen en daar aangekomen blijkt het ding Feestfiets te heten en geen bier te bevatten, maar dat mag de pret niet drukken.

Sterker nog, feestfietsen is het nieuwe bierfietsen! We hobbelen over de kasseien, worden toegezwaaid vanaf terrassen en gefotografeerd door toeristen. We draaien Verdi en Vivaldi en wensen elke voorbijganger een Zalige Pasen.

Wat er gebeurt als ik La donna è mobile schreeuwend voorbijraas op mijn leenfiets weet ik niet. Misschien moet ik dat met Pinksteren eens proberen.

donderdag 14 april 2011

Fietspech

Als kleuter logeerde ik graag in het huis van mijn neefjes en nichtje in Den Haag. Ze hadden een tuin met vlinders, een konijn en een crossfiets, mij alle drie even dierbaar. Op de crossfiets heb ik voor het eerst echt gefietst, alleen en zonder zijwieltjes. Ik zoefde, weliswaar over de stoep, tussen de fruitbomen door, nagezwaaid door enigszins bezorgde maar bovenal trotse ouders. Wat voelde het fijn en wat baal ik ervan dat ik de laatste tijd zoveel pech heb met fietsen.

Ik zal jullie niet vervelen met een opsomming van al mijn lekke banden, maar:

Toen ik vorig jaar van Amsterdam naar Utrecht verhuisde, en mijn geliefde omafiets stalde bij Amsterdam Centraal, was ‘ie binnen een maand weg, gestolen. Eenmaal in het bezit van een nieuwe fiets, een vaag maar goedkoop type racefiets waar ik me eigenlijk nooit helemaal op thuis heb gevoeld, ging al snel het slot kapot, het duurde weken voor ik een manier had gevonden om ‘m open te (laten) wrikken. Vanaf dat moment fietste ik ermee van en naar m’n werk, tot ik in Antwerpen ging studeren. Als ik in Nederland was, was dat meestal met koffer. En geloof me, een koffer en een racefiets gaan niet samen, dus werd de fiets een geliefd object voor fietsvandalen. Telkens als ik ‘m van het slot haalde was er wel weer wat kapot, van verbogen stuur tot kapotte versnellingskabel.
De kapotte kabel heeft mijn fiets de das omgedaan. De ketting ligt eraf, ik kan niet meer remmen en de reparatie is door een vriendelijk fietsenmakertje begroot op 90 euro. Als student kan ik in Antwerpen voor 35 euro een halfjaar lang een kanariegele studentenfiets huren. Dat leek me dan wel wat, maar vanwege het mooie weer zijn al deze fietsen tot het najaar verhuurd.

Dus ik loop en ik loop en ik loop. Ik loop mezelf een recordaantal blaren. Het wordt hoog tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe fiets, liefst één die mij het gevoel van vrijheid dat ik heb ervaren op de crossfiets teruggeeft en eeuwig meegaat.