donderdag 22 april 2010

Snotneus!

Neussnuiten in het openbaar. Ik vind het vreselijk om te doen en minstens zo erg om naar te luisteren. Als 'ie bestond zou ik meteen lid worden van de ‘ik ben tegen neussnuiten in het openbaar’ groep op Facebook. De enige reden dat ik 'm nog niet zelf heb opgericht is dat ik verkouden ben. Alweer.

Ervan overtuigd dat ik voorlopig niet meer zou snotteren gooide ik laatst vrolijk mijn neusspray in de prullenbak en vrat ik mijn laatste keelsnoepjes op. Gelukkig vond ik nog een half familiepak zakdoekjes onder de kast, zodat ik in ieder geval mijn neus kan snuiten.

Het is kinderachtig om je ziek te melden als je verkouden bent, dus ging ik – met mijn zakdoekjes onder de arm – gewoon naar mijn werk. Maar echt representatief voel je je niet als je als een soort snottermonster achter de balie zit. Geen klant heb ik kunnen helpen zonder hoesten en/of mijn neus op te halen. Ik wil dan ook niet weten hoeveel klanten ik heb aangestoken…

Nog erger dan hoesten, neus ophalen en anderen aansteken vind ik het neussnuiten. Het snotterende – soms zelfs toeterende – geluid dat met neussnuiten gepaard gaat werkt op mijn zenuwen. Aan snotzakdoekjes heb ik al helemaal een hekel – zeker op plaatsen waar schoonmakers staken, zoals in de trein. Het meest verafschuw ik de bron van ergernis: mijn neus. Daar wil ik op dit moment eigenlijk maar één ding aan kwijt: SODEMIETER OP SNOTNEUS!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten