zaterdag 27 februari 2010

Vraatzucht

Vies eten en scheten laten. Twee dingen waar ik niks mee heb. Twee dingen die centraal staan in een walgelijke voorstelling – jij mag raden hoeveel uur lang. NTGents La grande bouffe gaat over een viertal mannen die zich doodeten, twee vrouwen staan erbij en kijken ernaar. Ook ik kijk. Maar waarom?

Niet om me te realiseren dat ik voor de voorstelling beter niet om de dessertkaart had kunnen vragen en een Dame Blanche te bestellen (die geserveerd werd met een negerzoen, ik vraag me nog steeds af wat de kok mij daarmee heeft willen zeggen?). Ook niet om daarna tekeer te kunnen gaan over onze consumptiemaatschappij, want daar heeft iedere idioot zijn mond vol van. En zeker niet voor de hompen vlees waar het toneel mee is gevuld: alles behalve jammie voor een vegetariër.

Bij het lezen van de beschrijving ‘een langgerekte orgie van vreten en seks’ ben ik zo naïef geweest om te hopen op sensuele taferelen: lange tafels, Griekse godinnen, bokalen… maar zelfs het trosje druiven ontbreekt.

La grande bouffe confronteert met een vraatzucht die zo schaamteloos is dat ik mij er niet alleen niet in kan inleven, maar het ook niet kan opbrengen om ernaar te kijken. Als het schetenlaten begint wens ik zelfs dat ik er niet naar hoef te luisteren.

Toeschouwers die zich aangesproken voelen (ja, die zijn er ook) passen de ‘altijd blijven lachen’ tactiek toe. Het toeval wil dat ik na afloop in de tram achter zo’n Bassie en Adriaan koppel kom te zitten. Ze laten nepscheten tot aan het eindpunt: regisseur Johan Simons zou jaloers zijn geweest op hun goed doordachte, artistiek hoogwaardige toegift.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten