woensdag 15 december 2010

Hout

Op de nog donkere speelvloer ontwaar ik de contouren van decorstukken. Een bol met twee gaten is net het hoofd van een aliën. Een bouwsel van kruislings geplaatste staven vormt een gang, al weet ik niet waarheen. In het halfduister zie ik ook twee mensen staan. Ik kijk naar ‘Hout’, een niet zo 1,2,3 te peilen theatervoorstelling van theatermaker Abke Haring.

Als ik ‘hout’ hoor denk ik aan bomen of planken, solide en stevig. Maar in ‘Hout’ is daar geen sprake van. De sfeer is drukkend, duister. Roodgekleurde woorden op een tekstbalk lichten de speelvloer op. Makkelijke woorden, die ik in deze context echter niet meteen kan plaatsen maar gewoon op mij in laat werken. Vier spelers tasten de ruimte af. Stap voor stap, in opperste concentratie. Ik kan elke spierbeweging volgen, want zij dragen alleen ondergoed en sportschoenen. Waar zij zijn, wat zij zoeken, ik heb geen idee – zij misschien ook niet – maar het boeit.

De spelers vinden elkaar, verliezen zich in elkaar. De vrouw stopt vingers in de mond van een van de mannen. Een artistieke variant op orale seks of is dat maar een banale fantasie? De scène wordt gruwelijker, toch blijf ik kijken. Uiteindelijk ligt de man in foetushouding op de speelvloer, in zijn eentje want de andere drie spelers zijn de bol ingekropen. Daar begint één van de mannen aan een monoloog vol woorden die mij eigenlijk niet aanstaan: ‘partyslet’, ‘gangbang’ en meer van dat soort seksistische ongein. Ik interpreteer de monoloog als een beschrijving van het doorlopen van levensfasen: de man spreekt over een opgroeiend jongetje, maar er zit zo weinig lijn in zijn tekst dat hij er voor hetzelfde geld iets heel anders mee heeft bedoeld.

Na afloop lees ik een tekst van Haring waaruit blijkt dat ze sterk is gefocust op beeld, foto’s in het bijzonder. Dat is absoluut terug te zien in ‘Hout’. In de teksten heeft ze haar obsessie voor details verwerkt. Ze noemt ze gedichten. Misschien verklaart dat dat de teksten er wat mij betreft niet in hadden gehoeven, ik heb over het algemeen weinig geduld voor gedichten. Bovendien zijn de beelden sterk genoeg: vanaf het moment dat ik in het halfduister twee mensen zie staan ben ik geboeid. Het enige dat mij afleid is de vraag: waarom heet deze ongrijpbare voorstelling ‘Hout’


Beeld: Koen Broos

Geen opmerkingen:

Een reactie posten