vrijdag 25 maart 2011

Baliemedewerkers

Het is lente, de zon schijnt, en ik loop blij naar de bibliotheek. Nog even en dan staat zo’n zin alleen nog maar in sprookjesboeken, wat misschien maar goed ook is, want mijn ervaringen met de bieb zijn de laatste tijd niet zo best. Dit ligt vooral aan de matig geslaagde pogingen van de baliemedewerkers om mee te gaan met het digitale tijdperk:

Als het internet op mijn kot kapot is loop ik met mijn laptop naar de bieb. Daar staan grote tafels, minstens twee keer zo groot als mijn bureau, met voor elke student een stopcontact, internetkabel en bureaulamp. Wat een luxe, het maakt me ineens niet meer uit dat mijn internet het thuis niet doet! Hoe ik het draadloze netwerk op mijn laptop moet instellen is onduidelijk, dus ik loop naar de balie. Ondertussen hou ik mijn laptop scherp is de gaten, want de ‘Pas op voor dieven’ bordjes zijn me niet ontgaan. Een baliemedewerker, waarop de term ‘suffe doos’ eigenlijk meer van toepassing is, beweert met een stalen smoel dat de handleiding voor het instellen van een draadloos netwerk op de website van de bibliotheek staat. Als ik opmerk dat ik dan toch echt eerst internet moet hebben, kijkt ze me slechts afkeurend aan. Alle vaste computers zijn bezet, maar zodra ik een student naar het toilet zie gaan, grijp ik mijn kans. Ik ga achter zijn pc zitten en zoek naar de handleiding, die ik zowaar meteen vind. Nog voor de student terug is van het toilet zit ik achter mijn eigen laptop, online.

Ik kom online een interessant artikel tegen en wil het printen. Ook daarvoor moet ik naar de bieb. Ik koop een printkaart, stuur mijn printopdracht naar de printer, betaal en vervolgens gebeurt er he-le-maal niks. Zuchtend en steunend komt een baliemedewerker kijken wat het probleem is. We sturen de printopdracht nog zeker drie keer naar de printer, zonder resultaat. De baliemedewerker kijkt me aan of ik de duivel in eigen persoon ben en beweert “zoiets nog nooit te hebben meegemaakt”. Ik slik de opmerking “maakt u überhaupt wel eens iets mee” in, bedank en besluit het artikel maar vanaf mijn laptop te lezen.

Ik herinner me een boek, zo een ‘dit wil ik nou altijd nog eens lezen’ boek, en het ligt zowaar in de bieb. In een ander filiaal weliswaar, maar het is lente, de zon schijnt, en ik loop blij naar de bibliotheek. Om binnen te komen heb ik een badge nodig die ik niet heb, maar gelukkig opent een baliemedewerker zonder gezeur de deur. Hoewel ik het boek meteen heb gevonden en er geen rij staat bij de balie, duurt het toch een half uur voor ik wegkan. Ik heb dit filiaal nog niet eerder bezocht en moet daarom al mijn gegevens achterlaten voor ik het boek mag meenemen. De filialen delen een catalogus, dus waarom mijn pas in een ander filiaal niet gewoon kan worden gescand is me een raadsel, maar ik zwijg want ik word geholpen door een aardige baliemedewerker.

Terug in mijn ‘eigen’ bieb wil ik een boek lenen uit het magazijn, dus op naar de balie. Ik noem de titel en de nauwelijks Nederlands sprekende baliemedewerker vertelt me dat ze het boek niet hebben. “Onzin,” zeg ik, “ik heb het net gezien.” Met veel gezucht en gesteun kijkt ze nog eens in de computer en vind ze het boek. “Ooooh, dat ligt in het magazijn en dat moet je online aanvragen.” Eigenlijk zegt ze het niet zo, ze zegt het veel onsamenhangender, maar dan slaat mijn spellingscontrole op hol. Ik leg uit dat ik geen link heb gezien om het boek op te kunnen vragen, maar dat snapt ze niet. Ze roept er iemand bij, de baliemedewerker met wie ik de printcrisis heb doorgemaakt om precies te zijn. Ik maak me z.s.m. uit de voeten, ik lees eerst wel het andere boek.

1 opmerking:

  1. Dag Marie-Paule,
    Je hebt je frustratie weer héél knap van je afgeschreven. Zulke balietoestanden zijn ergerlijk. Ik heb wel aangename ervaringen met, herinneringen aan de bewaarbibliotheek , waar je dus geen boeken kan uitlenen, wel surfen enz. in Lange Nieuwstraat (eigenlijk Conscienceplein). De baliemedewerk(st)ers zijn er uiterst voorkomend, echt waar. In de Universiteitsbibliotheek, Prinsenstraat, zijn de baliemedewerkers, naar mijn gevoel, weer een stukje stugger...
    In de Antwerpse Openbare Bibliotheken, Permeke en filialen, ga ik helemaal niet meer. Je verhaal zegt waarom, ik vind er mij in terug.

    Als je werkelijk nog niets van Bordewijk gelezen zou hebben, raad ik je de genoemde verhalen “Zwanenpolder” en “Het gele huis” aan. Je moet dan in de Bib vragen naar het Verzameld Werk van Bordewijk en ze daarin opzoeken en lezen. Het zakboekje (pocketbook) dat ik heb is niet in de Bib, alleen antiquarisch te kopen.
    Laat me zeker je leeservaring weten. Hoe dan ook, ik heb je weer met veel genot gelezen vandaag.
    Liefs,
    Nadja
    <3

    BeantwoordenVerwijderen