vrijdag 28 oktober 2011

Paskamerblues op de National Glamour Day 2011

Als de mussen van het dak vallen, half Nederland op het strand ligt (en de andere helft in het Vondelpark) ben ik getuige van een paskamerblues. Paskamerblues? Met 30 graden? Ja, je leest het goed, ik verkies winkelen boven zonnebaden. Mij lijkt 1 oktober de uitgelezen dag voor het kopen van, en nu wordt het voor de meesten helemaal hilarisch, een winterjas.

Gek geworden? Zonnesteek? Welnee, nou ja, misschien een beetje, maar de reden dat ik op 1 oktober aan het shoppen ben is de National Glamour Day 2011. De dag waarop je op vertoon van een Glamour 20% korting krijgt in heel veel kledingwinkels. Winterjassen zijn duur, winterjassen met 20% korting iets minder, ik ben werkloos en dus op zoek naar een betaalbare en liefst ook modieuze winterjas.


Winkelen op iets als de National Glamour Day is normaal gesproken een slecht idee, speciale kortingsacties leveren ongelofelijke drukte op, en ik heb een hekel aan rijen bij de paskamer. Maar gezien het fantastische weer hebben de meeste lezeressen hun Glamour meegenomen naar het strand/park – en kan ik mij uitleven in de stad.


Peer in de paskamer

Helemaal alleen ben ik niet, maar dat geeft niet. Leuk juist, want zo hoor je nog eens wat. Een meisje komt haar pashokje uit en posteert zich bozig voor haar vriendin.

Meisje: “Ik ben een peer.”

Vriendin: “Een peer?”
Meisje: “Ja, een peer, smal van boven, dik van onder.”
Vriendin: “Ben je geen zandloper?”
Meisje: “Ben je gek, ik heb geen grote borsten, geen brede heupen en geen slanke taille. Ik ben een peer.”

Een puber die voor zijn gevoel al uren wacht op zijn vriendinnetje kijkt naar het meisje en je ziet het hem denken: “Een peer?”


Persoonlijk denk ik dat het meisje gelijk heeft. De meeste Nederlandse vrouwen hebben een smaller boven- dan onderlichaam en zijn dus ‘peer’. Mocht het meisje, of een willekeurige andere peer, dit lezen : bekende rolmodellen als Jennifer Lopez, Rihanna, Christina Aguilera en Kim Kardashian hebben hetzelfde figuur.


Ik keur ondertussen mijn winterjas, dik genoeg om om het even welk figuur te verhullen, show mijn Glamour aan de kassa en sta net op tijd buiten om te genieten van een paar laatste zonnestralen. Ik hoop dat de National Glamour Day volgend jaar weer plaatsvindt tijdens een hittegolf. En dat de peer er ook weer bij is om mij te entertainen tijdens het passen.

donderdag 29 september 2011

Plechtige proclamatie

Proclamatie, het was alweer lang geleden dat ik dat woord had gehoord. Ik denk dat ik nog op de middelbare school zat. Op de UvA was er in ieder geval geen sprake van, daar kreeg ik m’n masterdiploma gewoon in een lokaal. De Universiteit Antwerpen (de afkorting UA is afgeschaft) pakt het echter een stuk formeler aan en nodigt me uit voor een Plechtige proclamatie, met alle gevolgen van dien.

Een Plechtige proclamatie houdt in dat ik…

… per post (!) een uitnodiging ontvang
… me vooraf moet aanmelden
… het Decanaat kan ‘contacteren’ voor meer informatie
… mijn opleidingscoördinator voorbij zie schrijden in toga…
… begeleid door begrafenismuziek (sorry, dit is echt de enige omschrijving die bij me opkomt)
… toespraken met een hoog bladibla gehalte aanhoor
… naar een muzikaal intermezzo van een meisje op gitaar mag luisteren. Wat ik overigens hilarisch vind, want het inhuren van een artiest voor ‘het muzikale intermezzo tijdens de proclamatie’ is een voorbeeld dat in mijn rechtencolleges voortdurend is herhaald, en waarvan ik altijd heb gedacht dat het een fictief scenario was
… honderden namen van geslaagden aanhoor (gelukkig inclusief mijn eigen)
… uiteindelijk geen diploma ontvang maar een voddig getuigschrift.

Dus daar sta ik dan, op mijn Plechtige proclamatie, zonder diploma. Dat wordt blijkbaar nog gemaakt en kan ik binnen een jaar (geen grap) per post verwachten. Je begrijpt, mijn verwachtingen zijn torenhoog gespannen. Bij wijze van borrelhapje/zoethoudertje krijgen we vervolgens een soort ijsbonbon op een stokje, met stip (of moet ik zeggen: stok) het meest aparte borrelhapje ooit, zeker in combinatie met wijn.

Conclusie: het bijwonen van een Plechtige proclamatie is meer dan de moeite. Ik het zie namelijk het als de officiële afsluiting van een fantastisch jaar in Antwerpen. Ik heb er mijn tweede master behaald, vrienden gemaakt, Belgische woordjes geleerd (bangelijk!) - maar mijn Nederlands accent behouden, een prijswinnend idee voor een column opgedaan en een nominatie voor de Award voor Jonge Journalisten in de wacht gesleept. Kortom, streven naar een Plechtige proclamatie, en de tijd tussen de start van je studie en je slagen lekker volproppen met leuke dingen, kan ik jullie allemaal aanraden!

Nu eens zien hoe carrière maken in Amsterdam me vergaat…

dinsdag 23 augustus 2011

Zomer 2.0

Naast het world wide web verandert ook het weer. Iedereen klaagt over de regen, de kou, het gebrek aan zomer. Maar weet je nog, in juni, nog geen twee maanden geleden, toen was het HEET. Niet normaal HEET. 26, 27 graden, wie niet hoefde te werken lag in het gras. Barbecueverboden staken massaal de kop op. Weet je nog?

We hebben onze zomer dus eigenlijk al lang en breed gehad. Alleen willen we het niet weten. Komkommertijd en vakanties zijn dingen die thuishoren in de maanden juli en augustus. Al jaaaaaaaaaaaaren. Nu stortregent het de laatste jaren zo enorm in die maanden, dat ik ervoor wil pleiten om het idee ‘zomer’ een beetje te vervroegen. Een paar weekjes maar. Vakantie nemen we voortaan in juni, de maand waarin dan ook Lowlands en alle andere vette festivals gaan plaatsvinden.

Hoop ik. Want hoewel ik laatst heel fijn heb gedanst in de modder, hou ik toch meer van feesten in de zon. Niet in de laatste plaats omdat mijn zomerjurkjes erom smeken gedragen te worden. En snel! Wat mij betreft introduceren we per 2012 een nieuw zomerseizoen van, pak ‘m beet, medio april tot half juli. Genaamd ‘zomer 2.0’. Die stortbuien die daarna vallen rekenen we dan tot ‘early autumn’, als we hoog en droog op kantoor zitten en weten: nog even en dan is het alweer zomer.

donderdag 4 augustus 2011

Gratis in de eerste klas

“Wij zijn niet tevreden,” luidt de openingszin van een brief die ik ontvang van de NMBS, de Belgische Spoorwegen. De openingszin klinkt als de jammerklacht van een klein kind. De enige reden dat ik toch verder lees is dat ik nog nooit een brief met zo’n belachelijke eerste zin heb ontvangen. Na een tirade van ruim een half A4’tje over hoe ontevreden de spoorwegen wel niet zijn, volgt de clou: de NMBS doet me een dagkaart cadeau waarmee ik gratis eerste klas mag reizen.

Nu kun je mij, mits je me niet iets onvergeeflijks hebt aangedaan, altijd wel lijmen met nuttige cadeautjes. En dit is daar absoluut een voorbeeld van, want na de huur en de boodschappen zijn treinkaartjes denk ik mijn grootste kostenpost. De vraag is alleen, wanneer ga ik ‘m inwisselen? Ik pak de trein meestal om naar Nederland te reizen, en ik neem aan dat het biljet niet geldig is in de internationale trein. Ik overweeg een dagje Gent, maarja, dan ga ik dáár natuurlijk weer de hele dag geld uitgeven dat ik niet heb. Hetzelfde geldt voor een dagje naar de kust en voor doelloos rondtreinen heb ik geen tijd.


Het bericht van de Oostenrijkse Dienst voor Toerisme dat ze mijn reportageconcept hebben genomineerd voor de Award voor Jonge Journalisten, en in Brussel met me willen bespreken hoe ik dat concept kan uitwerken komt precies op het juiste moment. Als de treindeuren opengaan, bedenk ik net op tijd dat ik op zoek moet naar de eerste klas. Vreemd eigenlijk dat juist die coupés helemaal achteraan bungelen, maar misschien zitten chique mensen wel het liefst zo ver mogelijk bij het gepeupel vandaan.

De stoelen zijn iets groter, iets zachter, maar overtuigen verder niet om voortaan eerste klas te reizen. De rust daarentegen… De zakenman achter me rammelt wat op een toetsenbord, de rijkeluisjongen tegenover me brabbelt iets over zeilboten in zijn smartphone en dat is het. GEEN huilbaby’s, GEEN schreeuwpubers/gameconsoles. Heerlijk! Het enige dat ik van nu af aan (tot de volgende fikse vertraging) op de NMBS heb aan te merken is: huur een tekstschrijver in om betere brieven te sturen, ik neem de taak graag op me.

dinsdag 12 juli 2011

Afdingen in Antwerpen

Dapper schud ik mijn hoofd als een marktkoopman in Istanbul zijn veel te hoge prijs noemt voor een armbandje. Hij weegt het opnieuw en noemt een iets lagere prijs. Ik kijk aarzelend, maak slecht geacteerde aanstalten om weg te lopen en de koopman rondt het bedrag nog iets af naar beneden. Ik ga overstag, maar weet al dat ik evengoed teveel betaal. Jaren later krijg ik een nieuwe kans om af te dingen, en boek ik zowaar succes.

Ik wil bestellen in mijn favoriete take away pizza/falafel/snackhuisje, maar weet alleen niet wat. Iets van pizza of salade of misschien wel allebei. Ik vraag om de kaart, maar die wordt momenteel herdrukt, en nee, de oude exemplaren zijn al weggegooid dus ik moet maar gewoon zeggen wat ik wil.

“Een pizza,” begin ik, “met groentjes.”
De Arabische verkoper suggereert een pizza Vegetariana, maar die gaat boven mijn studentenbudget. We sluiten een compromis: ik krijg een pizza met champignons, paprika en ui, een soort halve Vegetariana. Ook wil ik een salade… “… met feta?” suggereert de Arabier, en ik knik.

Hij rolt een deegbol uit, smeert er tomatenprut op en vraagt of ik olijven lust. Op mijn bevestigende antwoord strooit hij olijven uit over de pizza, die daardoor al bijna op een echte Vegetariana lijkt. Ondertussen vult een collega een bak met komkommer, paprika, maïs, olijf en feta. Ook de salade heeft niet te leiden onder de afwezigheid van een menukaart. Als de Arabier vervolgens zijn prijs noemt, haal ik mijn studentenkaart tevoorschijn. Ik herinner me namelijk van de vorige kaart dat studenten tien procent korting krijgen. Verbaasd kijkt de Arabier naar de extra olijfjes op de pizza.

“Is niet meer,” zegt hij, wijzend op mijn studentenkaart.
“Niet?” reageer ik teleurgesteld.
“Ok, laatste keer, voor speciale klant,” belooft de handelsgrage Arabier met een zucht.

Buiten kan ik, Hollands als ik ben, een grijns niet onderdrukken: een EXTRA belegde pizza en een ROYAAL gevulde saladebak, gekocht met tien procent KORTING. De eerstvolgende keer dat ik een bazaar bezoek, vertrek ik er niet zonder kruiden, sjaaltjes en thee tegen de inkoopprijs te kopen.

maandag 4 juli 2011

Google Panda

Voor wie het nog niet wist: Google, ons aller steun en toeverlaat, heeft een nieuw algoritme uitgerold. Eerst alleen in de VS maar binnenkort ook in Europa: het Panda-algoritme. Ik lees erover op Publishr, die bij het bericht meteen een mooie pandafoto plaatsen. Zou ik ook doen. Want hoewel ik niet weet hoe een algoritme eruitziet, weet ik wel dat het onmogelijk meer vertederend kan zijn dan een panda. Ik weet eigenlijk zelfs niet precies wat een algoritme is, maar omdat Google het begrip heeft gekoppeld aan mijn lievelingsbeest ga ik meteen op zoek naar de definitie.

Wikipedia vertelt me dat “een algoritme een eindige reeks instructies is - meestal voor berekening of dataverwerking - om vanuit een gegeven begintoestand het daarbij behorende doel te bereiken”. Aaaaaaaaha… Gelukkig wordt er een simpel voorbeeld bij gegeven: een recept voor aardappelsalade is een algoritme dat uit instructies bestaat als ‘schil de aardappel’ en ‘kook de aardappel’.

Maar wat is de een Panda-algoritme? Met het Panda-algoritme wordt in de index de relevantie van websites bepaald. Daarbij let het Panda-algoritme vooral op kwaliteit. Iets dat het Panda-algoritme zich afvraagt is: Is dit artikel geschreven door een expert? Slimme vraag, slimmer dan ik van een panda had verwacht. Zou Google meer vertrouwen in het intellect van de panda hebben gehad dan ik of heeft die afweging geen rol gespeeld bij het kiezen van een naam?

Wie het weet mag het zeggen. Ik denk dat de verzinner van de naam zich ervan bewust is dat grote bedrijven die zich niet duurzaam profileren binnenkort kunnen vertrekken. Nike produceert toch ook niet zomaar sneakers For a Better World? En dus doet Google nu iets met de panda. Een beetje genept van het Wereld Natuurfonds als je het mij vraagt, maar vooruit. Mits Google een riant percentage van de winst investeert in bamboe...

zondag 26 juni 2011

Enchanted

Enchanted begint als een standaard Disneysprookje over een meisje met lange, blonde haren en een wespentaille. Het meisje luistert naar de betoverende naam Giselle, kan zingen als de zeemeermin en is beste maatjes met eekhoorntjes, witte duiven en allerlei andere vertederende beestjes. Ook verlangt ze naar een droomprins, die toevallig net voorbijrijdt als ze in de problemen zit. Maar een voorspelbaar ‘en ze leefden nog lang en gelukkig einde’ heeft dit sprookje niet.

Een boze stiefmoeder duwt Giselle in een put. Een duw die behalve de plot ook mijn rotsvaste vertrouwen in Disneysprookjes verandert. Giselle komt terecht in New York City, waar ze schrikt van de haast van New Yorkers. New Yorkers weten zich op hun beurt geen raad met de naïviteit en suikerzoete sprookjesliedjes van Giselle.

Droomprins Edward springt zijn bruid met getrokken zwaard achterna, scheidingsadvocaat Robert brengt Giselle ondertussen het belang bij van daten. Daten is volgens hem, en met hem vele andere niet-sprookjesfiguren, de perfecte manier om iemand te leren kennen, en te beoordelen of het klikt. Giselle lijkt niet te weten wat ze met die informatie aanmoet maar vraagt Edward, zodra die Giselle heeft gevonden, om een date.

Ik kan het einde inmiddels wel verklappen: de date valt tegen en Giselle trouwt niet met Edward, maar met Robert. Om Edward niet al te lullig af te schilderen wordt de ex van Robert opgevoerd als perfecte vervanging van Giselle. Eind goed, al goed, alleen zit ik nu met de vraag: passen Belle en het Beest, Ariël/Assepoester/Doornroosje/Sneeuwwitje en hun prinsen wel bij elkaar? Of brengt een wandeling door Central Park ook hun op andere ideeën? En zo ja, wordt het dan niet eens tijd voor een datingsite voor sprookjesfiguren?