Posts tonen met het label film. Alle posts tonen
Posts tonen met het label film. Alle posts tonen

zondag 26 juni 2011

Enchanted

Enchanted begint als een standaard Disneysprookje over een meisje met lange, blonde haren en een wespentaille. Het meisje luistert naar de betoverende naam Giselle, kan zingen als de zeemeermin en is beste maatjes met eekhoorntjes, witte duiven en allerlei andere vertederende beestjes. Ook verlangt ze naar een droomprins, die toevallig net voorbijrijdt als ze in de problemen zit. Maar een voorspelbaar ‘en ze leefden nog lang en gelukkig einde’ heeft dit sprookje niet.

Een boze stiefmoeder duwt Giselle in een put. Een duw die behalve de plot ook mijn rotsvaste vertrouwen in Disneysprookjes verandert. Giselle komt terecht in New York City, waar ze schrikt van de haast van New Yorkers. New Yorkers weten zich op hun beurt geen raad met de naïviteit en suikerzoete sprookjesliedjes van Giselle.

Droomprins Edward springt zijn bruid met getrokken zwaard achterna, scheidingsadvocaat Robert brengt Giselle ondertussen het belang bij van daten. Daten is volgens hem, en met hem vele andere niet-sprookjesfiguren, de perfecte manier om iemand te leren kennen, en te beoordelen of het klikt. Giselle lijkt niet te weten wat ze met die informatie aanmoet maar vraagt Edward, zodra die Giselle heeft gevonden, om een date.

Ik kan het einde inmiddels wel verklappen: de date valt tegen en Giselle trouwt niet met Edward, maar met Robert. Om Edward niet al te lullig af te schilderen wordt de ex van Robert opgevoerd als perfecte vervanging van Giselle. Eind goed, al goed, alleen zit ik nu met de vraag: passen Belle en het Beest, Ariël/Assepoester/Doornroosje/Sneeuwwitje en hun prinsen wel bij elkaar? Of brengt een wandeling door Central Park ook hun op andere ideeën? En zo ja, wordt het dan niet eens tijd voor een datingsite voor sprookjesfiguren?

vrijdag 11 maart 2011

Made in Dagenham

Voorpremières, ik ben er dol op. De uitgelezen (of uitgekeken?) kans om een film net iets eerder te zien dan anderen. En dan niet stiekem gedownload op je laptop maar vanuit een chique bioscoopstoel met cola en popcorn, gratis en voor niets. Dus ga ik meteen in op de uitnodiging van KPMG, een groot bedrijf met een vrij onduidelijk doel, voor de voorpremière van Made in Dagenham.

Made in Dagenham gaat over de 187 vrouwen die eind jaren zestig in de Ford fabriek van Dagenham werken. In een veel te benauwde fabriekshal met een lekkend plafond naaien ze dag in dag uit stoelbekleding. Tot één van de vrouwen, Rita O’Grady, ontdekt dat de mannen meer betaald krijgen. Vanaf dat moment gaan de vrouwen in staking, totdat ze evenveel verdienen als de mannen.

In hun stakingsdrift vergeten de vrouwen het huishouden, wat leidt tot mannen in ongewassen overhemden, kinderen met klitten in het haar en aangebrand eten. En als Ford door de voorraad beklede stoelen heen is, zijn de mannen die verantwoordelijk waren voor de transport ineens werkloos. Al snel is er ook geen werk meer voor de mannen van andere afdelingen en sluit de fabriek. De overheid bemoeit zich ermee, Ford is economisch immers van onschatbare waarde, en de vrouwen krijgen hun zin. Hoera!

De staking in 1968, en de invoering van de Equal Pay Act in 1970 zijn waargebeurd. Maar wordt er werkelijk gelijk beloond? Ik meen dat sommige vrouwen nog steeds minder verdienen en Google uit hoe het zit:

De trefwoorden ‘mannen’, ‘vrouwen’ en ‘loon’ bevestigen mijn vermoeden. “Er is een gemiddeld verschil van 15% tussen het loon van vrouwen en het loon van mannen,” zie ik op de site van de Vlaamse Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Op de site van de Europese Commissie lees ik: “Gemiddeld verdient een vrouw maar 82 cent voor iedere euro die een man verdient”. Google toont me nog 159.998 andere sites met vergelijkbare uitspraken, sites waaruit het tegendeel blijkt ben ik niet tegengekomen.

Ik, vrouw en binnenkort op zoek naar een baan, word niet blij van dit soort berichten. Ik wil staken, net als de vrouwen uit de Ford fabriek. Maar om te staken, moet ik eerst een baan hebben. En afstuderen. Dat doet me denken aan een mailtje van de universiteit, of ik het collegegeld voor het tweede semester wil overmaken. Ik wil dat best doen maar vraag me ineens af: waarom betalen we eigenlijk evenveel collegegeld als de mannen? Moeten we daar niet eens tegen staken?

zondag 23 januari 2011

Hable con ella

Het doek gaat open, een vrouw met heksachtig uitstaand haar buigt achterover. Het is moeilijk te zeggen waarom, maar bij het zien van deze openingsshot weet ik al dat ik Hable con ella een prachtfilm ga vinden. En dan heb ik nog niet eens gemerkt dat ik naar de beroemde caféscène uit Café Müller kijk, mijn favoriete ballet van Pina Bausch. Kortom, regisseur Pedro Almodovar kan geen kwaad meer doen in mijn ogen, terwijl ik nog een benul heb van het verhaal.

In Hable con ella vertelt een verpleger de in coma liggende ballerina Alicia over Café Müller. Hij heeft zelfs een handtekening van Pina Bausch voor haar meegebracht. Het is net of hij speciaal voor Alicia naar het ballet is geweest, en dat raakt. En dan is er ook nog een schrijver, ik hou om een of andere reden erg van films over schrijvers, die gefascineerd raakt door torero Lydia. Hij wint haar respect door een veldslang voor haar te doden en krijgt toestemming zich in haar (privé)leven te verdiepen om een artikel over haar te schrijven. Dan wordt Lydia verslagen door een stier en ze raakt in coma. In het ziekenhuis komen de verhaallijn van de Alicia en Lydia samen als de verpleger en de journalist elkaar ontmoeten.

Het is geen toeval dat de verpleger naar Café Müller is geweest, het verzorgen van Alicia is zijn levensdoel. Hij heeft haar één keer ontmoet voor zij in coma raakte, zij vertelde hem toen dat ze van ballet, stomme films en reizen houdt. Behalve balletvoorstellingen bezoekt de verpleger daarom ook stomme films. Hable con ella toont een fragment uit een film over een man die steeds kleiner wordt, zo klein dat hij uiteindelijk in de vagina van een vrouw verdwijnt. Het is niet moeilijk te raden dat de verpleger niets liever zou willen dan in Alicia verdwijnen.

Toch schokt het me als Alicia zwanger blijkt. De eerst zo aandoenlijke toewijding van de verpleger heeft zieke vormen aangenomen. Gek genoeg lijkt de journalist juist steeds meer om de verpleger te geven. Zijn (gedroomde) relatie met Lydia is om zeep geholpen door haar overlijden. De journalist richt zijn aandacht volledig op de verpleger en is de enige die hem bezoekt als hij in een psychiatrische inrichting wordt opgesloten. De journalist is ook degene aan wie de verpleger zijn afscheidsbrief richt als hij een overdosis slikt. Gaan alle geliefden van de journalist vroegtijdig dood?

Hable con ella eindigt met ballet. In de zaal zitten zowel de journalist als Alicia, de miskraam heeft haar uit haar coma doen ontwaken. Alicia lijkt de journalist te herkennen, zonder te weten waarvan. Flirterige blikken worden uitgewisseld, de aftiteling van de film begint. Een prachteinde, al kan ik het niet helpen te dromen van een happy Hollywood einde waarin Alicia en de journalist trouwen en ik zeker zou weten dat ze nog lang en gelukkig leven.

dinsdag 2 november 2010

Zwart Water

Mijn favoriet van het Nederlands Filmfestival is zonder twijfel Zwart Water. In deze psychologische thriller verhuist een Nederlands gezin naar een Belgisch landhuis waar de negenjarige dochter Lisa wordt geplaagd door visioenen van een meisje dat beweert het dode tweelingzusje van Lisa’s moeder te zijn. Een afgelegen, oud huis, het zien van overleden familieleden, het zijn op het eerste gezicht eerder ingrediënten voor Scary Movie deel zoveel dan voor een psychologisch pareltje. Maar zodra het gezin voet over de drempel van het landhuis zet, zit ik op het puntje van mijn stoel.

Voortdurend vraag ik mij af of het mogelijk is dat Lisa het dode meisje echt ziet of dat het een net zo nep gegeven is als duurzame Nestlé chocola. Googelen naar ‘dode mensen zien’ brengt mij algauw op de site van medium (of mediageil charlatan?) Derek Ogilvie. Een site die Van Strien ook zeker bekeken heeft: ‘Ik was niet bang om overleden mensen te zien. Ik was meer overstuur omdat ik het tegen niemand kon vertellen. Ik wilde niet dat men me raar vond. Ik was me heel bewust, zelfs op die jonge leeftijd, van bewijs en wist omdat de verbinding met die bewuste spirit niet sterk was, dat ik niet bewijzen kon wat ik zag. Ik wilde er gewoon bijhoren bij mijn familie en vrienden, zoals ieder kind van 9 jaar oud.’

Het verschil tussen Zwart Water en Ogilvie is alleen dat Zwart Water de mythe dat kinderen dode mensen kunnen zien uiteindelijk ontkracht. Terwijl Ogilvie onlangs een theatertour is begonnen waar sensatiezoekers hem live telepathisch kunnen zien doen. Hoe zou een gesprek tussen beide heren verlopen? Ik kijk uit naar een ontmoeting, al dan niet in levende lijve.

vrijdag 11 juni 2010

Voetjuweeltjes

Vervolgfilms zijn zelden goed. Geldt ook voor Sex and the City 2, een film die het vooral moet hebben van haute couture en schoenen, heel veel schoenen. De schoenen, eigenlijk een minderwaardig woord voor de voetjuweeltjes die Sarah Jessica Parker draagt, doen mij eraan denken dat ik sinds kerstavond geen hoge hakken meer heb gedragen. Daar besluit ik verandering in aan te brengen - met alle gevolgen van dien.

Nog voor ik de hoek om ben, moet ik mijn looptempo al reduceren tot een onwennig trippelpasje. Ik zwik en wiebel over de Oudegracht naar het station. Eenmaal aangekomen bij de roltrap herinner ik mij dat ik daar ooit met een spijkerhakje in ben blijven haken, oppassen dus! Op mijn tenen laat ik me omhoog rollen. De schoonmakers zijn gestopt met staken, dus de vloer in Hoog Catharijne glimt me tegemoet. Gelukkig trippel ik zonder glijers het perron op.

Mijn rechterteen doet zeer en in de trein zie ik dat de huid boven mijn hielen is geschaafd. Maar dat blijkt het ergste niet: in de tram verliest een toerist zijn evenwicht. Zijn lompe wandelschoen, maat kingsize, komt op mijn teen terecht. Zou Sarah Jessica Parker, nu de opnames van Sex and the City 2 toch voorbij zijn, mij een cursus haklopen voor beginners willen geven?

zondag 16 mei 2010

Props voor WALL-E

Afval verzamelen, samenballen tot een compact pakketje en de pakketjes netjes op elkaar stapelen. Props voor WALL-E! Alleen, waar is deze schoonmaakrobot als je 'm nodig hebt? WALL-E, te zien in de gelijknamige Disneyfilm, is ervoor gemaakt om de aarde schoon te houden en zou goed van pas komen nu de schoonmakers staken.

De situatie is als volgt: marskramers (zie foto) bieden hun waar aan tussen de vuilniszakken – gelukkig verkopen ze sieraden en geen vreten. Vuilnisbakken zijn onzichtbaar, zoveel afval is eroverheen gemieterd en o-ve-ral ligt zwerfvuil. Colablikjes, ijsstokjes, Pizza Hutkartonnetjes, Burgerking/Febo/MacDonalds/Smullerszakjes en candybarwikkels – ik denk dat 99% van het zwerfvuil bestaat uit fastfoodverpakkingen.

Mijn conclusie: het is om te janken. Niet dat de schoonmakers staken, ik zou er namelijk zelf ook voor passen om voor weinig geld andermans snackzooi op te ruimen, maar dat we zo ON-GE-LO-FE-LIJK veel schranzen op straat. Waarom doen we dat? Het lijkt wel alsof we geen stap kunnen zetten zonder ons vol te proppen met calorieën.

Nu ik eraan denk: ik vond het vroeger verschrikkelijk als ik mijn spinazie a la crème niet mocht laten staan van mijn moeder omdat ‘er kinderen zijn in Afrika die helemaal niks krijgen’, maar moet nu toch toegeven dat we het een beetje té goed lijken te hebben in Nederland. Nog even en het intens walgelijke beeld dat Lena Andersson schets in haar roman Duck City (over een stad waar elke burger moddervet is) wordt waarheid. Lees het boek en je zult met me eens zijn dat dat niet is wat we willen.

Maar: ik las ook dat de schoonmakers hun werkzaamheden weer gaan oppakken. Props voor de schoonmakers! Alleen, is het wel zo’n goed idee? Zou een steeds smeriger stinkende confrontatie op den duur niet tot een meer verantwoorde leefstijl leiden? Of is dat te Disney gedacht?

zondag 9 mei 2010

Marie-Antoinette

In het keurige, Fransclassicistische Versailles leefden eens een koning en een koningin. Hij houdt van jagen en bordspellen en zij van verkleedpartijtjes, acteren en roulette. Regisseuse Sofia Coppola geeft het luilekkerleven dat koning Lodewijk XVI en zijn vrouw leiden voortreffelijk weer in Marie-Antoinette.

In dit kostuumdrama geen eindeloze dialogen, waarin met heel veel woorden bedroevend weinig wordt gezegd, maar een soort tableaus vivants die de verwennerij en daarmee gepaard gaande verveling tonen: Marie-Antoinette wordt aangekleed, Marie-Antionette past nieuwe pruiken, Marie-Antoinette eet taartjes en Marie-Antoinette gooit de dobbelstenen. Het is Marie-Antoinette voor en Marie-Antoinette na in Versailles, en actrice Kirsten Dunst laat in haar spel goed zien hoe Marie-Antoinette geniet van de vertroetelingen, en zich er tegelijkertijd vreselijk ongemakkelijk bij voelt.

Maar ook vrijheid lijkt met geld te koop: tegenover Versailles laat ze een grillige Engelse tuin aanleggen, waar etiquette geen rol speelt. De tuin, ik ben er twee jaar geleden geweest, is een walhalla in vergelijking met de strak aangelegde paleistuin. Heide, rotsen, loslopende kippen, een waterrad en – dat vond ik natuurlijk het allerleukst – een theatertje, waar Marie-Antoinette zelfverzonnen opera’s uitvoerde. Als kind had ik een moord gedaan voor zo’n tuin: briljante verstopplaatsen, dieren om te aaien, een vijver om eindeloos pootje te baden en een podium om alle verhalen van de wereld op na te spelen.

Het enige dat wringt is dat terwijl Marie-Antoinette opging in kinderachtige spelletjes de Franse bevolking honger leidde. Zo’n honger dat ze in opstand kwamen en Marie-Antoinette executeerden. Haar leven, dat begon als een sprookje, eindigde niet lang en gelukkig. Terecht, want wat ze het volk heeft aangedaan is onaanvaardbaar. Maar al rondscharrelend in de tuin, een oase van zoemende bijtjes en lila gekleurde vlinders, kan ik het niet laten om mij af te vragen of Marie-Antoinette, toen eigenlijk nog maar een kind, überhaupt wel wist waar ze schuldig aan was?

dinsdag 4 mei 2010

Billboarder met brains

‘Deze film wordt mede mogelijk gemaakt door…’

Welke snack er ook volgt, Celebrations, chips of hondenbrokken, ik wil het hebben. En wel nu! Gelukkig wint mijn nieuwsgierigheid naar de film het meestal van de lekkere trek – en zet ik tegenwoordig uit voorzorg de fruitschaal binnen handbereik. Bijtend in mijn appel vervloek ik de commerciële zenders, die dik verdienen aan billboarding (want zo heet het aanwakkeren van de snacklust van weerloze filmliefhebbers zoals ik). Gewetenloze honden zijn het, op één uitzondering na…

Die ontdekking deed ik toen ik gister Valkyrie zag. Valkyrie is een film (met Tom Cruise en ‘onze’ Carice van Houten) over de Tweede Wereldoorlog, Operatie Valkyrie om precies te zijn. Operatie Valkyrie was een door Hitler bedacht plan om een mogelijke opstand te onderdrukken. In de film gebruikt Tom Cruise (de held!) dit plan tegen Hitler om het verzet aan de macht te helpen. Hoe het afloopt is – als je braaf hebt opgelet tijdens de geschiedenislessen – bekend, en doet nu ook niet ter zake.

Wat mij boeide is dat Hitler Operatie Valkyrie vernoemde naar een opera van Wagner: Die Walküre (vertaald: The Valkyrie). Uiteraard werd ik in mijn gepeins gestoord door een billboarder die mij dit keer de volgende snack aansmeerde: ‘Deze film wordt mede mogelijk gemaakt door Wagners Piccolinis.’ Ik was met stomheid geslagen: Wagner? Wauw! Een billboarder met brains, het moet niet gekker worden! En van schrik vergat ik te snakken naar zo’n charmante, kleine (maar ondertussen moddervette), minipizza :)

zondag 29 november 2009

Doodgaan

Dromen dat je over een jaar sterft. Het overkomt de Schotse regisseur Amy Hardie. Vanaf dat moment besluit ze elke dag van haar leven te filmen, wat leidt tot The Edge of Dreaming, een surreëel pareltje te zien tijdens IDFA.

Wat zou ik doen, vraag ik me af, als ik nog maar één jaar te leven heb?

Gewoon doorwerken, alsof er niets aan de hand is?
Al mijn spaargeld besteden aan vakantiebestemmingen (die, eenmaal aangekomen, toch niet zo fantastisch zijn als in de folder) of kledingstukken (die ik, zelfs als ze lekker zitten, maar kort zal dragen)??
Spontaan ontzettend familieziek worden???

Ziekenhuisbeelden vestigen mijn aandacht weer op het filmscherm. Doktoren constateren een ernstige longafwijking bij Hardie, haar longen functioneren nog maar voor 60%. Hoe werkelijk is een droom? Hardie neemt het heft in handen, leest Jung, raadpleegt neuropsychologen en zelfs een sjamaan.

Eindigt The Edge of Dreaming met Hardies 49ste verjaardag of met haar dood? See for yourself in deze dromerige Doc for Sale waar Hardie research en emotie en psyche en natuur kleurrijk samensmeedt.

donderdag 26 november 2009

Fish Tank fucking beautiful

Na een week fulltime tv kijken verlang ik naar een groter scherm. Geen probleem met twee bioscopen in de buurt, dus in plaats van voor de buis nestel ik me in de bovenzaal van Rialto. Even ben ik een meisje van 15, aan alle kanten opgesloten in een vissenkom vol tienerdromen.

Schelden. Dat is wat je doet als je een niet bijster mooi (mager, slecht gebit en hier en daar een pukkel) pubermeisje bent in een Britse buitenwijk.
‘What’s wrong with you?’
‘You’re what’s wrong with me!’

Ruziedialoogjes als deze domineren Fish Tank. Regisseur Andrea Arnold draait het zo dat ik me meteen verbonden voel met Mia (Katie Jarvis). Wat een leven… een moeder die je ‘slet’ noemt (terwijl je nog maagd bent) en je vertelt op het punt van een abortus te hebben gestaan (net als jij je excuses aan wilt te bieden).

Geen wonder dat Mia een paard probeert te stelen. En daarna de liefde van haar moeders nieuwe lover. Maar het paard sterft en de lover, de wannabe hero van de film, blijkt de grootste schurk van allemaal.

Wat te doen? Fish Tank is een film waarin pubermeisjes zwarte tranen huilen, maar blijven hopen dat alles op een dag beter wordt. Mij heeft Arnold absoluut uit die illusie geholpen. Wat heb je aan dromen als je in een fish tank genaamd Essex woont?

Fish Tank - must see voor iedereen die puber is of was.

woensdag 30 september 2009

Hersenspinsel tijdens Flatliners

Vreemd hoe het geheugen soms werkt. Middenin een film, Flatliners, dacht ik aan Winnie H., een meisje waar ik ooit mee in de klas zat. Geen idee waarom, dus de gedachte vervloog even snel als 'ie opkwam.

In
Flatliners forceren vier studenten geneeskunde een hartstilstand bij een klasgenootje, David Labriccio. Daarmee willlen ze erachter komen hoe het is om een bijnadoodervaring te hebben. Na 2.20 minuten dienen de studenten David elektrische schokken toe om zijn hart weer te laten kloppen. Een gewaagd experiment, maar het slaagt, David komt weer tot leven.

Wel laat de bijnadoodervaring sporen na: het beeld van een meisje dat David pestte op de basisschool achtervolgt hem. Haar naam? Winnie Hicks.