Posts tonen met het label Amsterdam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Amsterdam. Alle posts tonen

donderdag 29 september 2011

Plechtige proclamatie

Proclamatie, het was alweer lang geleden dat ik dat woord had gehoord. Ik denk dat ik nog op de middelbare school zat. Op de UvA was er in ieder geval geen sprake van, daar kreeg ik m’n masterdiploma gewoon in een lokaal. De Universiteit Antwerpen (de afkorting UA is afgeschaft) pakt het echter een stuk formeler aan en nodigt me uit voor een Plechtige proclamatie, met alle gevolgen van dien.

Een Plechtige proclamatie houdt in dat ik…

… per post (!) een uitnodiging ontvang
… me vooraf moet aanmelden
… het Decanaat kan ‘contacteren’ voor meer informatie
… mijn opleidingscoördinator voorbij zie schrijden in toga…
… begeleid door begrafenismuziek (sorry, dit is echt de enige omschrijving die bij me opkomt)
… toespraken met een hoog bladibla gehalte aanhoor
… naar een muzikaal intermezzo van een meisje op gitaar mag luisteren. Wat ik overigens hilarisch vind, want het inhuren van een artiest voor ‘het muzikale intermezzo tijdens de proclamatie’ is een voorbeeld dat in mijn rechtencolleges voortdurend is herhaald, en waarvan ik altijd heb gedacht dat het een fictief scenario was
… honderden namen van geslaagden aanhoor (gelukkig inclusief mijn eigen)
… uiteindelijk geen diploma ontvang maar een voddig getuigschrift.

Dus daar sta ik dan, op mijn Plechtige proclamatie, zonder diploma. Dat wordt blijkbaar nog gemaakt en kan ik binnen een jaar (geen grap) per post verwachten. Je begrijpt, mijn verwachtingen zijn torenhoog gespannen. Bij wijze van borrelhapje/zoethoudertje krijgen we vervolgens een soort ijsbonbon op een stokje, met stip (of moet ik zeggen: stok) het meest aparte borrelhapje ooit, zeker in combinatie met wijn.

Conclusie: het bijwonen van een Plechtige proclamatie is meer dan de moeite. Ik het zie namelijk het als de officiële afsluiting van een fantastisch jaar in Antwerpen. Ik heb er mijn tweede master behaald, vrienden gemaakt, Belgische woordjes geleerd (bangelijk!) - maar mijn Nederlands accent behouden, een prijswinnend idee voor een column opgedaan en een nominatie voor de Award voor Jonge Journalisten in de wacht gesleept. Kortom, streven naar een Plechtige proclamatie, en de tijd tussen de start van je studie en je slagen lekker volproppen met leuke dingen, kan ik jullie allemaal aanraden!

Nu eens zien hoe carrière maken in Amsterdam me vergaat…

donderdag 14 april 2011

Fietspech

Als kleuter logeerde ik graag in het huis van mijn neefjes en nichtje in Den Haag. Ze hadden een tuin met vlinders, een konijn en een crossfiets, mij alle drie even dierbaar. Op de crossfiets heb ik voor het eerst echt gefietst, alleen en zonder zijwieltjes. Ik zoefde, weliswaar over de stoep, tussen de fruitbomen door, nagezwaaid door enigszins bezorgde maar bovenal trotse ouders. Wat voelde het fijn en wat baal ik ervan dat ik de laatste tijd zoveel pech heb met fietsen.

Ik zal jullie niet vervelen met een opsomming van al mijn lekke banden, maar:

Toen ik vorig jaar van Amsterdam naar Utrecht verhuisde, en mijn geliefde omafiets stalde bij Amsterdam Centraal, was ‘ie binnen een maand weg, gestolen. Eenmaal in het bezit van een nieuwe fiets, een vaag maar goedkoop type racefiets waar ik me eigenlijk nooit helemaal op thuis heb gevoeld, ging al snel het slot kapot, het duurde weken voor ik een manier had gevonden om ‘m open te (laten) wrikken. Vanaf dat moment fietste ik ermee van en naar m’n werk, tot ik in Antwerpen ging studeren. Als ik in Nederland was, was dat meestal met koffer. En geloof me, een koffer en een racefiets gaan niet samen, dus werd de fiets een geliefd object voor fietsvandalen. Telkens als ik ‘m van het slot haalde was er wel weer wat kapot, van verbogen stuur tot kapotte versnellingskabel.
De kapotte kabel heeft mijn fiets de das omgedaan. De ketting ligt eraf, ik kan niet meer remmen en de reparatie is door een vriendelijk fietsenmakertje begroot op 90 euro. Als student kan ik in Antwerpen voor 35 euro een halfjaar lang een kanariegele studentenfiets huren. Dat leek me dan wel wat, maar vanwege het mooie weer zijn al deze fietsen tot het najaar verhuurd.

Dus ik loop en ik loop en ik loop. Ik loop mezelf een recordaantal blaren. Het wordt hoog tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe fiets, liefst één die mij het gevoel van vrijheid dat ik heb ervaren op de crossfiets teruggeeft en eeuwig meegaat.

donderdag 31 maart 2011

'Butterfly effect'

In The Curious Case of Benjamin Button wordt een ballerina voor een balletstudio aangereden door taxi. Niet alleen omdat ze niet goed uitkeek toen ze overstak, ook omdat de taxichauffeur ergens stopte voor een kop koffie en terug in de taxi toevallig langs de balletstudio reed. Was de chauffeur niet gestopt voor koffie, en had hij een andere route gereden, dan had de ballerina haar been niet gebroken.

David Fincher, producent van The Curious Case of Benjamin Button, last een extra ‘What if’ scène in om deze overpeinzing met de kijker te delen. De scène, voor het filmverhaal overigens compleet overbodig, doet me denken aan het ‘butterfly effect’, de idee dat een met zijn vleugeltjes klapperende vlinder wrijving veroorzaakt die kilometers verder leidt tot een orkaan. Ook doet de scène me denken aan een ‘toevallige’ ontmoeting in het Toneelhuis.


Ik wil naar de toneelvoorstelling Bij het kanaal naar links, ‘de nieuwe Alex van Warmerdam’. Ik twijfel of ik de voorstelling in Antwerpen of Amsterdam ga zien. Ik besluit de eerste de beste kans te grijpen en vraag vriendinnen mee naar het Antwerpse Toneelhuis. Zaterdag komt iedereen het beste uit en ik bel het Toneelhuis op om kaartjes te reserveren. De zaal zit al vol, ik kan kiezen tussen het eerste zijbalkon of het tweede middenbalkon. Ik twijfel, maar kies uiteindelijk voor het laatste.

Als ik naar Amsterdam was gegaan, of mijn vriendinnen alleen op vrijdag hadden gekund, of ik voor het eerste zijbalkon had gekozen, dan was ik een bijzondere ontmoeting misgelopen. Naast me in het Toneelhuis zit namelijk een oud-collega uit Amsterdam. Hij gaat wel vaker naar Antwerpen maar reist meestal dezelfde dag terug. Bij wijze van uitzondering had hij besloten om een hotel te boeken, wat hem de tijd gaf om naar Bij het kanaal naar links te gaan, een voorstelling die ook hij in Amsterdam had kunnen bezoeken. Is dit toeval of veroorzaken vlinders behalve orkanen ook gebroken benen en bijzondere ontmoetingen?

donderdag 18 februari 2010

Amsterdamse in Utrecht


Daar gaat ie. Ik strek mijn hand uit om m terug te kunnen trekken, maar het is te laat.

Na 24 jaar Amsterdam is wonen in Utrecht wennen. Om niet te zeggen een CULTUURSHOCK met alles erop en eraan. Denk aan: wakker worden van geloei en je realiseren dat je niet naar de Westerkerk-met-nieuwe-klokkenluider luistert, maar naar de Dom. Of als een toerist vraagt of je bekend bent ‘ja’ zeggen en vervolgens niet weten waar de Europalaan ligt (gelukkig maar begrijp ik later, want dat is de Utrechtse Theemsweg). Of, erger nog, als een Utrechtenaar je iets vraagt ‘I don’t understand you’ antwoorden, omdat ze een afgrijselijk, onverstaanbaar accent hebben – vrienden, trek asjeblieft mijn tong er uit als ik het overneem!

Onbekend zijn in eigen stad is een handicap, die niet alleen frustreert maar ook vervelende gevolgen kan hebben: zo mikte ik gister een belangrijke brief in de gleuf ‘streekpost’. Even vergeten dat dat in Utrecht natuurlijk niet de postcodes 1000-1119 zijn. Ook ben ik, onderweg naar huis, al een paar keer in de trein naar Amsterdam gestapt. Gelukkig voor mij ligt Amsterdam Amstel op hetzelfde traject als Utrecht Centraal en stapte ik op het nippertje toch steeds goed uit.

Het ‘Englishmen in New York gevoel’ zal nog wel even aanhouden. Maar, en dat moet ook worden gezegd, het ontdekken van de lekkerste broodjeszaak van het land (met bediening zonder Utrechts accent, want Italiaans) maakt dat ik in ieder niet lijd met lege maag.

vrijdag 12 februari 2010

Grote boze (geld)wolf

Ik heb mijn televisie nog niet terug of de volgende psychisch gestoorde buurman dient zich aan:

Tringggggggggg. Ik ben zo naïef om zonder te kijken de deur open te doen.
‘IK KRIJG NOG GELD VAN JE.’
Mijn verbaasde blik is niet gespeeld.
Met zijn grote hoofd gevaarlijk dicht bij het mijne schreeuwt de grote boze (geld)wolf me toe dat hij al drie maanden mijn ramen lapt, dat ik maar niet betaal, en dat hij NU zijn geld komt halen.
Allemaal goed en wel, maar mij is niets gezegd over een glazenwasser. Natuurlijk was mij opgevallen dat mijn ramen eens in de zoveel weken meer blonken dan anders, maar dat het mijn taak was om die neanderthaler-met-wolvenkop te betalen had niemand mij verteld. Dus: ‘Ik zal hierover contact opnemen met de eigenaar en het je laten weten als ik het geld heb. Waar woon je?’
Maar dat wil hij niet vertellen. Meneer de grote boze (geld)wolf ‘KOMT TERUG’.

Knock knock. Nog half in slaap wil ik mijn wekker uitzetten, maar het geklop houdt aan. Wat is dat voor geluid? Waar komt het vandaan? Slaperig open ik een gordijn – en kijk recht in het gezicht van de grote boze (geld)wolf. ‘MIJN GELD’, brult het gezicht. Ik hoop dat dit een droom is, dat ik niet echt in een dun nachthemd door het raam kijk naar een griezel met een groot hoofd dat om geld schreeuwt.

Tringggggggg tringgggggggggg. Dit drammerige belletje ken ik. Ik laat de gordijnen dicht, open niet meteen deur, maar spiek eerst even door het gangraam. Grote boze (geld)wolf blijkt niet gek en grijnst me toe. Even ben ik verbaasd, ik woon op 3hoog, dan besef ik dat hij op zijn ladder staat (!). Nog voor hij zijn muil open kan trekken hervind ik mijn kalmte: ‘De eigenaar heeft het geld overgemaakt. Ik ga mij eerst aankleden en dan voor je pinnen. Je kunt het geld vanmiddag komen ophalen, en hoeft niet meer terug te komen. Ik lap mijn ramen liever zelf.’

De grote boze (geld)wolf schreeuwt mij toe dat me dat ik dat niet kan. Ik negeer hem, uitleg over het verschil tussen kunnen en willen lijkt me aan hem niet zo besteed.

zaterdag 23 januari 2010

Metro open u

Ik benijd Ali Baba. Een simpel, ‘sesam, open u’ en er rolt een rotsblok opzij. Zelf ben ik sinds kort in het bezit van een spiksplinternieuw, hypermodern pasje. Geen metropoortje zal mij nog in de weg staan. Ik hoef er maar 1 ding voor te doen: mijn ‘reisrecht’ ophalen.

Een lange rij geluksvogels voor een apparaat dat lijkt op een postbus, maar dan kanariegeel. Het apparaat sputtert, pruttelt en piept. Eén voor één duwen de geluksvogels hun pasje in de gleuf, drukken op een paar knoppen, wachten en… druipen af.

Mietjes.

Mijn beurt. Pasje in de gleuf, knopjes drukken, kind kan de was doen :)

‘Even geduld a.u.b.’

‘… .’

‘…..’

‘TUUUT TUUUUT. VERWIJDER UW KAART’.

Alsof ik een klap in mijn gezicht krijg. Wat mankeert dit apparaat? Ontevreden over zijn uiterlijk? Ik kan het me voorstellen en fiets naar zijn broertje in een andere supermarkt. Zijn zusje in de AH to go en zijn neefjes en nichtjes op stations. Ligt het aan mij? Ben ik niet aardig? Mijn zelfvertrouwen daalt met de TUUUUT. De apparaten zijn onhandelbaar, ik moet bellen met de ouders.

‘Door drukte is de wachttijd langer dan u van ons gewend bent.’

Waarschijnlijk hebben de geluksvogels voor mij in de rij ook besloten te bellen. Ik wil de ouders opzoeken, maar ze hebben een geheim adres – waarvan wordt gefluisterd dat het alleen per metro bereikbaar is.

Op naar de metro dan maar. Voor de metropoortjes staan forse, rechthoekige boxen. Dankzij de duifgrijze kleur begrijp ik dat ik hier te maken heb met de opa’s en oma’s van de apparaten. Daar valt vast mee te praten, ‘reisrecht’ of niet. ‘Metro, open u.’ Maar nee:

‘Probeer opnieuw.’

‘Probeer opnieuw.’

‘Probeer opnieuw.’

‘Probeer opnieuw.’

maandag 18 januari 2010

Zomertrilogie soap op pumps

Waar kiest ze voor? Ware Liefde (Barry Atsma) of Sociale Zekerheid (Fedja van Huêt)? Dat is de vraag in Zomertrilogie, de nieuwe voorstelling van Toneelgroep Amsterdam (TA). De vraag gewoon beantwoorden zou te simpel zijn, daarom heeft schrijver Carlo Goldoni er, zoals wel meer schrijvers doen, van alles omheen verzonnen.

Sociale Zekerheid heeft stiekem schulden en Ware Liefde vraagt de zus van Sociale Zekerheid ten huwelijk (een move bedoelt om closer met zijn ware liefde te worden, maar in praktijk natuurlijk alles behalve handig). Goldoni heeft Zomertrilogie geschreven als komedie, maar in de uitvoering van TA is het net een soap.

Wie is met wie, of beter: wie bedriegt wie met wie, en wie weten daarvan? Om het soapgehalte extra schwung te geven, bestaat het decor uit 6 deuren die de spelers te pas en te onpas hard dichtslaan. Ook op de aanwezige stoelen reageren de spelers hun frustraties af. Vrouwelijke spelers kunnen zelfs met hun torenhoge pumps gooien – en ja, van dat voorrecht wordt gebruik gemaakt…

Ik ga er voor het gemak van uit dat het decor om veiligheidsredenen verder leeg is gelaten, maar vind het stiekem wel jammer. Hoe zien de mariages (=nieuwe jurken) waar de speelsters zo over opscheppen er uit? En moet ik mij bij het Italiaanse buitenverblijf waar de voorstelling zich voor een groot deel afspeelt iets als Hotel De Rozenboom voorstellen?

Ik realiseer mij hoe dun de verhaallijn van een soap wel niet is. En hoe ongelofelijk dat het desondanks zoveel mensen boeit. Voor Zomertrilogie geldt, gezien de reacties op de première, hetzelfde. Maar om een even groot kijkcijferkanon te zijn had TA het antwoord, Ware Liefde of Sociale Zekerheid, waarschijnlijk niet al na 3,5 uur moeten verklappen ;)

vrijdag 8 januari 2010

zondag 3 januari 2010

Pretpark 2010

Over een begraafplaats rond gereden worden in een golfkarretje. Vraag me niet waarom, maar het overkwam mij afgelopen woensdag. Het karretje deed me denken aan de treintjes die ze in pretparken hebben, maar omdat ik langs graven tufte en niet langs suikerspinstandjes zei ik dat maar niet. Mijn moeder had er minder moeite mee: ‘Het is hier net een pretpark’.

Inderdaad, het had me niet verbaasd als er een spookachtige hand uit familietombe X zou zijn opgerezen, vergezeld van een hekserig lachje uit een verborgen speaker achter de tombe. De kabouters, die veel nabestaanden om onduidelijke redenen op graven neerzetten, hadden trouwens ook zo in het Sprookjesbos kunnen staan.

Eenmaal buiten de begraafplaats glibber ik door grijze blubber naar de tram. Het is gek, maar even verlang ik terug naar de sprookjeswitte sneeuw tussen de graven. Waar ik mijn fantasie de vrije loop kon laten gaan, zonder getoeter van chagrijnige chauffeurs te riskeren.

Wat als je wereld als pretpark ziet, en met evenveel plezier op een tram wacht als op een achtbaan (of een treintje) en er op straathoeken geen zwervers bedelen, maar goedgemutste kabouters naar je zwaaien? Of/hoe het werkt weet ik niet, maar 2010 lijkt me een goed begin om eens met een pretparkbril op naar de wereld te kijken.

dinsdag 22 december 2009

Gaarkeuken

Dringen, duwen, graaien, snaaien. Het is niet aardig, maar wel begrijpelijk als je in de rij voor een gaarkeuken staat en misschien al dagen, zo niet weken, niet of nauwelijks hebt gegeten. Maar dat was niet het geval toen ik vorige week op de Winterparade in de rij stond voor een bordje pasta.

Ik stond tussen mensen, vrijwilligers nota bene, die goed doorvoed door het leven gaan. Eens per jaar worden zij voor hun vrijwilligerswerk bedankt met een gratis entreekaartje en maaltijdcoupon voor de Winterparade in de Amsterdamse Gashouder.

Het bedankje valt in de smaak. Niet zozeer vanwege de paradevoorstellingen, eerder omdat er gratis mag worden gegeten. André Amaro, een klein mannetje met een enorm kooktalent, roert in een pan pasta die de omtrek van een ouderwets rijtuigwiel heeft. Toegegeven, er zijn meer vrijwilligers dan er pasta in de rijtuigwielpan past, maar er is ook brood, salade, soep – en daarbij kan de pasta in een tweede rijtuigwielpan elk moment gaar zijn.

Toch storten de vrijwilligers zich op pastapan 1 alsof ze al weken niet hebben gegeten. Ze graaien de pasta met hun handen uit de pan, sommigen zijn in hun hebberigheid zelfs vergeten een bord te pakken. Verbouwereerd laat ik me opzij dringen en duwen door de hongerig snaaiende knutselbegeleiders in verzorgingstehuizen, mensen die allochtonen leren fietsen in het Vondelpark en scheidsrechters van plaatselijke voetbalclubs.

‘Lieve mensen, rustig aan. Zullen we doen dat ik opschep, want ik weet precies hoe deze pasta het lekkerst smaakt.’ Naast kooktalent blijkt Amaro ook sociaal sterk. De vrijwilligers, gewend om zelf degene te zijn met de touwtjes in handen, formeren met moeite een soort van rij. Het enige dat hun foodfight verraadt is de sliert pasta in de haren van de vrouw voor me.

Bij jullie thuis gaat het er ongetwijfeld beschaafder aan toe dan op de Winterparade. Mijn kerstboodschap daarom: liever lezers, eet smakelijk en pas op voor rondslingerende slierten pasta.

vrijdag 11 december 2009

High Heels

High Heels have got me me falling down on my knees.

De mannen van Mando Diao hebben makkelijk praten. Als zij dit nummer spelen in Paradiso staan ze lekker op gympjes. Zelf besef ik ondertussen maar al te goed dat de feestdagen er weer aankomen… Dat betekent high heels. En high heels betekenen: verzwikte enkels, zere tenen, maar ook bewonderende ooh’s en aah’s (mits ik m’n enkel niet en plein public verzwik).

De vraag is: heb ik zin in de feestdagen? Ja, toch wel. Want hoewel high heels niet mijn favoriete stappers zijn, hou ik wel van little black dresses (numero 3 is maandag aangeschaft!), kerstdinertjes (zonder kalkoen), cadeautjes (iemand een laptop over?), Oud&Nieuwfeestjes (liefst zonder geknal maar met siervuurwerk) en, last but not least, heel veel bubbels!

Dus kom maar op, feestdagen! Ik ben er, hooggehakt er wel, hartstikke klaar voor. Om te beginnen kliklak ik op Kerstavond naar De Alternatieve Nachtmis, in de Stadsschouwburg. Vergezel mij, want het wordt vast een avond om te zingen, vechten, huilen, lachen, werken, bidden en bewonderen.......

zondag 29 november 2009

Doodgaan

Dromen dat je over een jaar sterft. Het overkomt de Schotse regisseur Amy Hardie. Vanaf dat moment besluit ze elke dag van haar leven te filmen, wat leidt tot The Edge of Dreaming, een surreëel pareltje te zien tijdens IDFA.

Wat zou ik doen, vraag ik me af, als ik nog maar één jaar te leven heb?

Gewoon doorwerken, alsof er niets aan de hand is?
Al mijn spaargeld besteden aan vakantiebestemmingen (die, eenmaal aangekomen, toch niet zo fantastisch zijn als in de folder) of kledingstukken (die ik, zelfs als ze lekker zitten, maar kort zal dragen)??
Spontaan ontzettend familieziek worden???

Ziekenhuisbeelden vestigen mijn aandacht weer op het filmscherm. Doktoren constateren een ernstige longafwijking bij Hardie, haar longen functioneren nog maar voor 60%. Hoe werkelijk is een droom? Hardie neemt het heft in handen, leest Jung, raadpleegt neuropsychologen en zelfs een sjamaan.

Eindigt The Edge of Dreaming met Hardies 49ste verjaardag of met haar dood? See for yourself in deze dromerige Doc for Sale waar Hardie research en emotie en psyche en natuur kleurrijk samensmeedt.

woensdag 18 november 2009

Televisieverslaafd II

Het zal jou misschien minder verbazen dan mij, maar de volgende dag stond mijn tv niet voor mijn deur. Was ik te naïef geweest? Tegen beter weten in bel ik aan bij de buurman, maar er doet niemand open en er brandt geen licht. Ze zijn vast mijn tv aan het verpatsen…

Zodra ik ze thuis hoor komen, storm ik naar beneden.
‘Hai,’ zeg ik zo opgewekt/onschuldig mogelijk, ‘hoe was de film?’
‘Jaaaaa,’ speelt mijn buurman het spelletje mee, ‘mooi hoor en bedankt nog.’ Verder niks. Niet ‘en dus kom ik nu je tv terugbrengen’, zelfs geen ‘sorry, maar je tv ging stuk dus we laten m repareren’. Nee, gewoon niks.
‘Breng je 'm weer terug?’ vraag ik poeslief.
‘Jaaaaaaaaaaa,’ antwoord mijn buurman, ‘zometeen.’

‘Zometeen.’ Wat een stom antwoord. Zo stom dat ik niet weet wat ik moet zeggen en afdruip naar boven. Daar ijsbeer ik heen- en weer. Hun huis binnenstormen om het ding te zoeken, klagen bij de huismeester, de politie bellen… Ik verwerp de ene na de andere onzinoplossing en koester ondertussen een onrealistisch sprankje hoop dat zo toch de bel gaat en tadaaaaaaaaaaaa televisie terug.

Acht uur. Ik wil ineens ontzettend graag het Journaal kijken. Trinnnnnggggggggggg. Een verbaasd kijkende buurman doet open. Had zeker niet gedacht dat ik terug zou komen.
‘Hoi, ik wil het Journaal kijken.’
Terwijl ik het zeg hoor ik tot mijn verbazing de tune van het NOS Journaal door hun huiskamer galmen. Waaaaat! Zijn ze nou helemaal? Beetje het journaal kijken op mijn televisie?! Buurman ziet mijn ongelovige blik, draait zich om en trekt de stekker uit het stopcontact. Verrast loop ik naar boven, buurman sjokt achter me aan met in zijn magere armpjes mijn enorme tv-toestel.

‘Leuke laarzen’, zegt hij als hij het toestel boven voor mijn voeten dropt. Als hij maar niet denkt dat z’n vriendin ze mag lenen…

woensdag 11 november 2009

Televisieverslaafd

Net als ik lekker onder de dekens kruip gaat de bel. Het is half 1 ’s nachts. Bedtijd, denk ik bij mezelf en doe mooi niet open.
‘Buurvrouw, buurvrouw,’ klinkt het voor mijn deur, ‘doe open, het is dringend buurvrouw.’ Weer wordt er gebeld. ‘Buurvrouw, toe nou, er is iets ergs gebeurd, asjeblieft, doe open.’
Zo’n schreeuw om hulp negeer je niet, dus ik trippel in mijn nachthemd naar de deur en krijg het meest vreemde verzoek ooit voor mijn kiezen…

‘Buurvrouw, oh, wat ben ik blij dat je opendoet. Mijn vriendin is jarig en we waren knus op de bank een dvd’tje aan het kijken. Maar wat denk je: vlak voor het einde van de film gaat de tv kapot! Ooh buurvrouw, mag ik asjeblieft jouw toestel lenen? Mijn vriendin is jarig en wil zoo graag weten hoe de film afloopt!’

Dit moet ik even verwerken. Ik heb mijn televisie nog niet eerder om half 1 ’s nachts uitgeleend. Überhaupt heeft eigenlijk nog nooit iemand om mijn tv gevraagd…

‘Aah toe,’ dramt mijn buurman. Het valt me op hoe mager hij is. Zijn ogen flitsen zenuwachtig heen- en weer. Dat hij niet vies is van een jointje is me bekend: de wietlucht die onder zijn huisdeur vandaan walmt is zo sterk dat het hele pand ervan mee kan genieten. Ineens vraag ik me af of er soms meer drugs in het spel zijn? Heb ik met een junk te maken?

Magere Hein is niet op zijn achterhoofd gevallen, en speelt in op mijn gevoel: ‘Och buurvrouw, mijn vriendin heeft het niet makkelijk. Ze heeft een rottijd achter de rug. Ik wil haar laten zien hoeveel ik van haar hou en heb een mooie dvd voor haar gekocht. Jeweetwel, zo’n romantische film. Zou ook echt iets voor jou zijn.’

‘Hoe heet 'ie dan?’ vraag ik bijdehand, maar dat weet buurman niet.
Hij vervolgt: ‘We zaten zo lief te kijken samen. Een gelukkige glimlach, die ik al maanden niet had gezien, om haar mond, en ineens gaat de tv kapot! Mag ik asjeblieft die van jou?’

Ik bekijk m’n tv. Een monsterlijk wit gevaarte, met zo’n ouderwetse toeter achterop. Ooit van een vriend gekregen, die 'm weer van zijn oma had, die beweert dat het toestel toen ook al tweedehands was. Tsja, om daar nou moeilijk over te doen?

‘Ok,’ zeg ik, ‘neem maar mee.’ Buurman loopt binnen, ziet het gevaarte staan en verstijft. ‘Muhahahaha,’ grinnik ik stiekem, want dit ding is nog geen stuiver waard.
‘Die is oud,’ mompelt hij, maar tilt de tv wel – met enige moeite – op . ‘Bedankt buurvrouw, ik zet 'm morgen voor je deur neer’, zegt hij en wankelt de trap af.

Wordt vervolgd…

donderdag 29 oktober 2009

Wicked Witch wil Michael Bublé

Ik verbaas me vaak over klanten. Maar verbijsterd was ik nooit. Tot ik met een vrouw, Wicked Witch is de eerste naam die bij me opkomt, werd geconfronteerd.

Ze zag er bizar uit: zwart getatoeëerde lippen, enorme zonnebril en blonde dreads met een verzameling maffe paarsroze clipjes, maar ze stelde best een gewone vraag: Treed Michael Bublé binnenkort op in Nederland? Ik bekeek zijn speellijst, maar die was helaas niet up to date. Ik legde dat Wicked Witch uit en verwachtte dat ze weg zou gaan, maar nee. Sterker nog, ze kwam nu pas op dreef.

‘Ik heb Michael Buble nodig omdat ik voor Lou Reed een duet moet regelen.’
‘Ja, daar heb ik hem telefonisch al over gesproken – vier keer zelfs – maar ik ben z’n nummer kwijt. Zoek jij dat even voor me op?’

Zit er soms een verborgen camera in die dreads?

‘Ik heb hem ook al een keer ontmoet. Tenminste, iemand die zich voordeed als Michael Bublé. We hadden afgesproken, op een parkeerplaats, en toen kwam er een neger naar me toe. Het enige dat hij zei was ‘wil je neuken’. Ik dacht, misschien was het iemand die zich voordeed als Michael Bublé, weet jij dat?’

Ik weet het niet. Ik ben verbijsterd. Ik wil dat deze heks in rook opgaat.

Eindeloos herhaal ik dat Michael Bublé geen neger is – al weet ik dat niet zeker, want mij heeft hij nooit naar een parkeerplaats gelokt. Na lang dralen vertrekt Wicked Witch. Mijn opluchting is van korte duur, want in mijn mailbox bericht van het GelreDome: de kaartverkoop voor het concert van Michael Bublé start aanstaande vrijdag.

donderdag 22 oktober 2009

Poolparty

1 drankje in de Sugarfactory moet kunnen. Ook als de volgende dag de tentamenweek begint. Maar het werden heel veel drankjes en van studeren kwam de volgende dag weinig terecht.
Dinsdags de schade ingehaald: hele dag gelezen, samengevat en aan opdrachten gesleuteld.
Dus: woensdag alle tijd voor wodka tijdens de opening van het fantastische Amsterdam Dance Event (ADE)!
Donderdag spijt, maar niet lang: na wat baantjes trekken in het zwembad kan ik me vast volop op mijn studie concentreren…

Maar: het zwembad viert zijn 80 jarig bestaan. En dat betekent ballonnen en bekertjes vol chemisch gekleurde limonade all over the place. Mijn maag verzet zich tegen de weeë geur van pannenkoekenbeslag. Toch spring ik het bad in: poolparty of niet.

Ik ben niet het enige 'feestbeest' in het water: een Surinaamse vrouw met folie om haar hoofd (haar idee van badmuts?) staat roerloos in het pierenbadje, het water reikt hooguit tot haar middel. Een dame op leeftijd vertelt aan iedereen die haar voorbijzwemt dat ze watervrees heeft (wat doet ze hier dan?). En een jongetje hupst op de duikplank, zijn vele vetrolletjes trillen fanatiek mee. Hij springt en veroorzaakt een vloedgolf als hij plat op zijn buik landt (Au!).

Na een half uur hou ik het voor gezien. Als ik het kleedhokje uitkom krijg ik een royaal met poedersuiker bestrooide pannenkoek. Mijn maag geeft zijn verzet op: misschien is het zo gek nog niet om de week die ik begon in de Sugarfactory af te sluiten met wat zoetigheid.