Nu kun je mij, mits je me niet iets onvergeeflijks hebt aangedaan, altijd wel lijmen met nuttige cadeautjes. En dit is daar absoluut een voorbeeld van, want na de huur en de boodschappen zijn treinkaartjes denk ik mijn grootste kostenpost. De vraag is alleen, wanneer ga ik ‘m inwisselen? Ik pak de trein meestal om naar Nederland te reizen, en ik neem aan dat het biljet niet geldig is in de internationale trein. Ik overweeg een dagje Gent, maarja, dan ga ik dáár natuurlijk weer de hele dag geld uitgeven dat ik niet heb. Hetzelfde geldt voor een dagje naar de kust en voor doelloos rondtreinen heb ik geen tijd.
Het bericht van de Oostenrijkse Dienst voor Toerisme dat ze mijn reportageconcept hebben genomineerd voor de Award voor Jonge Journalisten, en in Brussel met me willen bespreken hoe ik dat concept kan uitwerken komt precies op het juiste moment. Als de treindeuren opengaan, bedenk ik net op tijd dat ik op zoek moet naar de eerste klas. Vreemd eigenlijk dat juist die coupés helemaal achteraan bungelen, maar misschien zitten chique mensen wel het liefst zo ver mogelijk bij het gepeupel vandaan.
De stoelen zijn iets groter, iets zachter, maar overtuigen verder niet om voortaan eerste klas te reizen. De rust daarentegen… De zakenman achter me rammelt wat op een toetsenbord, de rijkeluisjongen tegenover me brabbelt iets over zeilboten in zijn smartphone en dat is het. GEEN huilbaby’s, GEEN schreeuwpubers/gameconsoles. Heerlijk! Het enige dat ik van nu af aan (tot de volgende fikse vertraging) op de NMBS heb aan te merken is: huur een tekstschrijver in om betere brieven te sturen, ik neem de taak graag op me.